Cultuur 16 aug 10:05 2014 · Redactie 2

Utrecht huisvest grote dichters en schrijvers. DUIC’s eigen literatuurwetenschapper en leesfanaat Merel Blom gaat op zoek naar het verhaal achter deze woordenkunstenaars en gaat met hen in gesprek over hun schrijf- en leeservaring en hun beleving van de stad Utrecht. Om de week te lezen op DUIC. Kirkuki

Dichter Baban Kirkuki vluchtte in 1999 uit Iraaks-Koerdistan omdat hij weigerde propagandistische gedichten te schrijven voor het regime van Saddam Hoessein en kwam in Nederland terecht. Vanuit zijn huis in Tolsteeg vertelt hij over dichten, engagement en leven tussen twee culturen in.

 “Aan de Utrechtse Singel heb ik een lievelingsbankje: het is het elfde bankje vanaf het Louis Hartlooper Complex. Daar zit ik graag,” lacht Kirkuki. Wandelen langs de Singel, waar je zowel de stad als de natuur ervaart, geeft de schrijver rust. Ook zit hij graag op de trap bij de Stadhuisbrug. “Er gebeurt daar zoveel. Er komen gewone mensen, rare mensen: mannen, vrouwen en kinderen van alle leeftijden. En de duiven zijn zo mooi.” Alle indrukken die Kirkuki opdoet, slaat hij in zich op en worden onderdeel van zijn bagage. “Ik kijk heel aandachtig, verzamel de indrukken in mezelf. Dan komt er een chemische botsing in mij. Het is net goochelen. Uit al die dingen komt iets nieuws, iets verrassends. Observatie is belangrijk voor een dichter.” De schrijver vertelt over de verwondering die hij voelde toen hij net in Nederland woonde – toen nog in Arnhem – en een vrouw urenlang bezig zag met haar voortuintje, waar ze een verzameling tuinkabouters had staan. Hij lacht: “Ik dacht, wat is dit eigenlijk? Het is een van de eerste indrukken van Nederland die ik in me op heb geslagen.”

Koerdistan

Kirkuki woont nu tien jaar in Utrecht. In 1999 moest hij vluchten uit zijn vaderland, Iraaks-Koerdistan. Als dichter zou hij aan het werk gesteld worden om propagandistische gedichten te schrijven voor het regime waar hij zich juist met zijn kunst tegen af wilde zetten. De enige optie was te vluchten, naar het Westen. “Ik had wel kennis van de Westerse cultuur, had Westerse literatuur gelezen en bestudeerd. Maar in het begin moest ik eigenlijk alles nog leren over het leven hier,” vertelt Kirkuki. Dat was niet altijd makkelijk. Hij leerde de taal en las veel Nederlandse literatuur. Inmiddels heeft de schrijver vier dichtbundels in het Nederlands gepubliceerd en maakt hij deel uit van het Utrechts Dichtersgilde. “Voor mij heeft Utrecht een verbinding met Kirkuk, de stad waar ik vandaan kom. Beide steden hebben historie, dat is belangrijk voor cultuur en literatuur.” Als kind leefden hij en zijn familie dichtbij de rivier in Kirkuk. “Ik had een oom die vaak bij ons op bezoek kwam. Hij zei altijd tegen ons, de kinderen, dat hij geen snoepjes of cadeautjes voor ons mee had gebracht. In plaats daarvan haalde hij een boek tevoorschijn en las ons gedichten voor. Achteraf gezien een heel mooi cadeau. Daardoor heb ik ontdekt hoe mooi iemand over het leven kan vertellen. Dat is het begin geweest van mijn interesse in poëzie.” Kirkuki vertelt verder dat je jezelf als dichter op moet voeden. Dus veel oefenen, maar ook veel lezen: gedichten, romans, filosofie. Alleen emotie uiten is niet genoeg voor goede dichtkunst.

Dichten

In Koerdistan bouwde Kirkuki een indrukwekkende carrière op. Hij zette een literair tijdschrift op en streed met zijn poëzie onder andere voor vrouwenemancipatie. “Ik had veel ambitie en er was veel werk te doen. We leefden met veel onrechtvaardigheid onder het regime en als dichter zocht ik naar welke beperkingen in de maatschappij er waren.” Het was te gevaarlijk om onomwonden te zeggen dat het politieke systeem daar slecht was, maar indirect kon er wel kritiek geleverd worden. “Ik vond het belangrijk om dat te doen. Iedereen deed wat: sommigen vochten, anderen vonden andere manieren. De metaforische taal van de poëzie was mijn manier om bij te dragen.” Het leven in Nederland is natuurlijk heel anders dan in Koerdistan, en dat verandert ook Kirkuki’s manier van schrijven. Toch blijft zijn dichtkunst een doel dienen. Doordat hij uit een heel andere cultuur komt, is hij bij uitstek in staat om te zien wat anderen als vanzelfsprekend ervaren omdat het dat voor hem niet is. “Natuurlijk heeft een dichter een boodschap. Ik schrijf om iets te veranderen, om een wereld te creëren die niet vanzelfsprekend, alledaags is. Zonder dat heeft de dichter geen taak.”

Tekst Merel Blom

 

Het artikel van DUIC kun je ook hier lezen.

 

 

 

Ssstilte in de stad volgens Baban, dichter, schrijver en verhalenverteller

In een rustige hoek van een filmcafé ver weg van de andere gasten haalt Baban een klein notitieboek uit zijn zwart lederen tas. Met een lage stem en met dichterlijk gevoel voor ritme en intonatie leest hij exclusief een actueel geschreven gedicht voor. Zijn diepbruine ogen gaan heen weer tussen mij en de handgeschreven woorden. In de stilte die daarna valt klinkt aan de andere kant van de ruimte het geluid van de koffiemachine en het rumoer van de bediening.

 

Baban

De wereld uitzetten

“Stilte is mijn tweede land. Er is de realiteit waar ik woon en er is een ander land, de magische realiteit. Dat is de stilte. Ik leef altijd tussen die beide werelden. Als ik wandel in Utrecht, dan heb ik een soort machine in mijzelf die ik inschakel of uitschakel. Als ik op uitschakelen druk, is het alsof ik de wereld niet hoor. Ik zie alleen maar. Mijn zintuigen werken. Soms als ik langs de Singel loop, dan stop ik voor een tak. Dan kijk ik naar die tak, naar de details van die tak. Of ik kijk naar een steen en zie dat niet alle stenen hetzelfde zijn. Sommige zijn begroeid, andere zijn gebroken. Over de ene steen zijn meer voeten gegaan dan over de andere.

Ik hoef niet persé mijn ogen dicht te doen om stilte te ontmoeten. Ik kan mijn ogen wijd openen en naar alles luisteren en tegelijkertijd gaat de stilte zijn gang. Ik hield al van de stilte toen ik een kind was. In mijn geboortestad Kirkuk in Koerdistan-Irak hadden we een rivier met een oude brug waar ik ging zitten en alleen de geluiden van het water hoorde. Als ik nu langs de Oudegracht of langs het water van de Singel loop, dan hebben al die stiltes een ontmoeting in mij.”

Schrijven op stille momenten

“Ik schrijf onderweg of s’ avonds als het donker is. Ik zoek zo stil mogelijke momenten. Die momenten dwingen mij tot schrijven, omdat de geluiden en invloeden van de wereld dan weg zijn. Voor mij is stilte de poort die opent naar de wereld van de poëzie. Ik ken ook de geluiden van vliegtuigen, van bommen, kogels. Van drukte en stress. Herrie is ook een realiteit. Maar als ik mag kiezen, dan kies ik voor stilte. Herrie kan ik niet temmen, niet controleren. Stilte wel.”

Herinneringen

“Stilte is een reis zonder paspoort. Een reis zonder boeking. Een reis zonder zorgen. Met stilte heb je toegang tot vele werelden. Het is het mooiste middel waarmee je naar de diepste lading van je binnenste gaat. Ik kan naar mijn kindertijd gaan. Naar mijn moeder die ik nooit meer heb ontmoet nadat ik gevlucht ben. Ik kan haar niet meer in leven zien, maar wel via stilte haar gezicht en haar mooie ziel terugzien.
Mijn moeder nam mij vroeger urenlang mee naar de stilte van een begraafplaats om daar alleen te zijn. Met wat krentjes en fruit. Daarmee heb ik geleerd naar de stilte in mijzelf te gaan. In Nederland lijken mensen meer bezig met druk en gezellig doen en met materiële ontspanning. Alsof ouders minder aandacht hebben voor het overbrengen van stiltebeleving op hun kinderen. Veel mensen uit het oosten gaan bijvoorbeeld picknicken aan een rivier. Het is daar heel gewoon om natuur en stilte op te zoeken in je vrije tijd.”

 

Artikel op www.utrecht.nl